Home | Geschiedenis | Maken van een hoorn | Waar wordt er geblazen | Foto's | Links | Contact

 

Naar de oorsprong van het blazen op de midwinterhoorn kan men slechts gissen.

Volgens sommigen ligt de herkomst van het midwinterhoornblazen in heidense gebruiken uit de vóórchristelijke tijd.

Midwinter was een moment in het jaar dat dagen kort en donker waren en de nachten koud, een tijd waarin de mensen bang waren voor geesten en demonen. Om deze machten af te schrikken bliezen zij op hun hoorns. Zo probeerde men in zijn angst en verlangen naar betere tijden, naar de geboorte van het nieuwe licht en de herleving van de natuur, de omstandigheden zo gunstig mogelijk te maken. In deze gedachte kan ook de motivatie gevonden worden om boven een put te blazen. De put was immers verbonden met het geheiligde bronwater, dat hun land en gewas moest bevruchten. Daarnaast was het natuurlijk vooral om het geluidseffect te versterken.

Het midwinterhoornblazen is echter zeker een gebruik dat sinds eeuwen Christelijke zin en betekenis heeft.

Het gebruik van het midwinterhoornblazen is gekerstend, waarbij men zich het liefst de herders voor de geest haalt, aan wie de geboorte van Christus het eerst werd verkondigd. Op zijn beurt verbreidt het eenvoudig landvolk, het volk van herders en boeren, met hoorngeschal de blijde tijding over de wereld.

In beide verklaringen is de inhoud echter gelijk: het aankondigen van een nieuwe tijd, van nieuw licht.

Hoe de traditie van het blazen op hoorns tot aan de huidige tijd heeft standgehouden is onbekend. In de 17e en 18e eeuw werd het instrument in een ruime regio bespeeld. Het is bekend dat in die tijd geblazen werd van Markelo tot Cloppenburg en van Hümmeling tot Bocholt. Oude documenten uit 1655 uit het Duitse Bawinckel melden dat in die plaats in de parochierkerk op houten hoorns van ca 1,5 meter geblazen werd.

Na 1800 leefde het gebruik vooral in Twente verder.

De houten hoorns zoals die heden ten dage worden gebruikt, duiken in Twente voor het eerst in de zeventiende eeuw op. Er bestaat echter een oude afbeelding uit het jaar 800 in het zogenaamde Utrechts Psalter waarop mannen te zien zijn die op houten hoorns blazen. Wellicht zijn dit de voorlopers van de huidige midwinterhoorn.

De houten hoorns in Twente werden niet alleen gebruikt in de periode voor kerst, maar hadden ook de functie van alarmhoorn.

Zo is bekend, dat in de achttiende eeuw de katholieke boeren van noord-oost Twente elkaar waarschuwden als de Drost in aantocht was. Deze reed in die tijd door de katholieke buurtschappen om daar rooms-katholieken te betrappen op het bijwonen van verboden misvieringen. Het protestantisme was in die dagen staatsgodsdienst. Via de midwinterhoorn waarschuwden de roomse boeren elkaar, zodat ze op tijd met de mis konden stoppen. (bron: Cato elderink, Twènter laand en leu en leven)

Ook ander gebruik van de midwinterhoorn als alarmhoorn is bekend. In de 19e eeuw werd in de omstreken van Winterswijk de midwinterhoorn gebruik om bij het smokkelen te waarschuwen voor de douane ambtenaar. Er is een document bewaard gebleven waarin staat dat een doouane ambtenaar eens een hoorn kapot heeft geslagen.

De traditie van het midwinterhoornblazen is op sterven na dood geweest. Het gebruik is echter in ere hersteld in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Het driemanschap Toon Borghoes, Jan Jans en Hendrik Racer Palthe hebben toen acties ondernomen om het midwinterhoornblazen weer ‘nieuw leven’ in te blazen. Na een moeizame start is inmiddels de traditie weer springlevend.

Er waren twee groepen die elkaar heftige de oudste eer en gewoonten bevochten. Er waren namelijk boeren die meenden dat de oalde roop, de enkele zeer summiere toon van de hoorn, de echte traditie vormt, die moet worden bewaard en gekoesterd. Anderen trachten zoveel mogelijk tonen te blazen.

Bij alle groepen in Twente die de midwinterhoorn koesteren leeft het gevoel sterk, dat het midwinterhoornblazen een ingetogen gebeurtenis is, zonder franje. Het is folklore en voortzetting van een serieuze traditie.

Soorten hoorns

Er zijn twee soorten hoorns: blikken hoorns en hoorns gemaakt van hout.

De blikken hoorn werd vooral tussen 1900 en 1950 gemaakt en gebruikt. Nu wordt nog maar zelden een blikken hoorn aangetroffen.

De meeste hoorns die nu in gebruik zijn, zijn gemaakt van hout.

De houten hoorns komen in twee soorten voor: de natte hoorn en de droge hoorn.

De natte hoorn wordt na het uitgutsen niet verlijmd maar tussen de beide helften wordt een twijg (van de braamstruik) geplaatst. Daarna worden de beide helften aan elkaar gezet met biezen banden. Door de hoorn in water te bewaren zetten de twijgen uit en klemt de hoorn zicht vast. Door de hoorn tijdens vorst buiten te zetten, zorgt de ijsafzetting in de hoorn voor een perfecte gladde wand waardoor er een mooie klank ontstaat bij het blazen.

De droge hoorns zijn er in twee verschijningsvormen. De ene wordt gemaakt van een boomstam die, nadat hij gesplitst is uitgehold wordt waarna de beide helften aan elkaar worden gelijmd. De andere soort wordt gemaakt van stroken hout die op een mal aan elkaar verlijmd worden.

Literatuur
Cato Elderink, Twènter laand en leu en leven, Enschede 1937

Twente en de midwinterhoorn, VVV Almelo, 1982

De Midwinterhoorn" van tak tot toon, VVV Eibergen, (ca. 1980)